Title: | Ekonomiese samewerking in Sentraal-Afrika |
Author: | Anonymous |
Year: | 1969 |
Periodical: | Africa Institute Bulletin |
Volume: | 9 |
Issue: | 9 |
Pages: | 371-380 |
Language: | Afrikaans |
Geographic term: | French Equatorial Africa |
Subject: | international economic relations |
Abstract: | Ofschoon in Centraal-Afrika van een gemeenschappelijke markt als bijv. in Oost-Afrika nog geen sprake is, bestaat er wel een zekere samenwerking, die is uitgelopen op de oprichting van de Douane-Unie van Centraal-Afrikaanse Staten (U.D.E.A.C.) in december 1964 tussen Tsjaad, Congo (Brazzaville), Gabon, de Centraalafrikaanse Republiek en Kameroen. In april 1968 zijn Tsjaad en de Centraalafrikaanse Republiek uit deze organisatie getreden maar het laatstgenoemde land wil dit echter weer ongedaan maken. Economische samenwerking in dit gebied is van groot belang, zoals blijkt uit een overzicht van de huidige economische toestand. Voor het tot stand brengen van een werkelijke economische integratie zal nog veel moeten worden gedaan, daar deze te kampen heeft met een algemene onderontwikkeling, een gebrekkige industrialisatie van de verschillende staten en grote onderlinge verschillen in het economisch potentieel. Bovendien zijn de staten zeer afhankelijk van de overzeese handel. |
Ekonomiese samewerking in Sentraal-Afrika
Ofschoon in Centraal-Afrika van een gemeenschappelijke markt als bijv. in Oost-Afrika nog geen sprake is, bestaat er wel een zekere samenwerking, die is uitgelopen op de oprichting van de Douane-Unie van Centraal-Afrikaanse Staten (U.D.E.A.C.) in december 1964 tussen Tsjaad, Congo (Brazzaville), Gabon, de Centraalafrikaanse Republiek en Kameroen. In april 1968 zijn Tsjaad en de Centraalafrikaanse Republiek uit deze organisatie getreden maar het laatstgenoemde land wil dit echter weer ongedaan maken. Economische samenwerking in dit gebied is van groot belang, zoals blijkt uit een overzicht van de huidige economische toestand. Voor het tot stand brengen van een werkelijke economische integratie zal nog veel moeten worden gedaan, daar deze te kampen heeft met een algemene onderontwikkeling, een gebrekkige industrialisatie van de verschillende staten en grote onderlinge verschillen in het economisch potentieel. Bovendien zijn de staten zeer afhankelijk van de overzeese handel.